Als we denken aan de koninklijke dynastieën in de Europese geschiedenis, denken we aan koningen en koninginnen met absolute macht die heersen over uitgestrekte rijken, levend in oneindig veel luxe. Veel van de paleizen die ze bouwden, behoren nog steeds tot de meest indrukwekkende architectonische wonderen die er bestaan. Van het Franse paleis van Versailles tot het Londense Kensington Palace, toeristen lopen door de gangen en verwonderen zich over de schoonheid en grootsheid van deze koninklijke huizen.
Deze gerestaureerde paleizen laten echter een paar belangrijke details weg. Toen ze voor het eerst werden gebouwd en koninklijke hoven herbergden, waren ze erger dan varkensstallen. Als je het paleis van Versailles bezoekt wordt je de harde realiteit van voorbije eeuwen bespaard: helse geuren, rattenplagen en stapels menselijke uitwerpselen die her en der op de vloer lagen.
Klik verder en ontdek hoe het echt was om in het verleden in een koninklijk paleis te wonen.
Zoals je je waarschijnlijk wel kunt voorstellen, was het gebrek aan sanitair het meest urgente probleem in de koninklijke paleizen van weleer. Er was geen stromend water noch toiletten. In plaats stonden er her en der kamerpotten die periodiek geleegd door de bedienden. Het menselijk afval werd vervolgens opgeslagen in enorme ondergrondse kamers, die uiteindelijk zouden moeten worden geleegd.
'Gongboer' of 'gong-schuurspons' was in deze tijd een beroep die je echt niet wilde. Het is vergelijkbaar met het uitmesten van stallen, maar dan op veel grotere schaal. Een historische bron vertelt ons dat de kamers hier op deze foto na vier weken tot hoofdhoogte gevuld zouden zijn.
Ondanks de kamerpotten hadden velen er geen probleem mee om gewoon hun broek te laten zakken waar ze dan ook maar een beetje privacy hadden, zoals in een gang, bij een trap of een open haard.
Een bezoeker van het magnifieke Louvre in Parijs in 1675 bracht dit verslag uit: 'op de grote trappen en achter de deuren ziet men een massa uitwerpselen, men ruikt een ondraaglijke stank veroorzaakt doordat mensen ongegeneerd overal maar uit de broek gaan.'
Koning Hendrik VIII had een veel groter hof dan de meeste, wat ook resulteerde in nog meer rommel. Echter was hij ook meer bezig met hygiëne dan andere Europese vorsten uit die periode, maar vocht daartegen een zware strijd.
Hendrik VIII en zijn hofhouding bestonden uit bijna duizend mensen. En die mensen kuisten zich amper... Vooral gezien het gebrek aan stromend water en sanitair.
Het belangrijkste huis van Hendrik VIII was Hampton Court Palace in Londen, maar hij en zijn uitgebreide entourage verhuisden vaak tussen zijn 60 weelderige eigendommen verspreid over het hele land. Deze 'koninklijke reizen' zouden loyaliteit bij zijn mensen opwekken, maar de echte reden was om te ontsnappen aan de smeerboel die ze ervan hadden gemaakt en het paleispersoneel de tijd te geven om op te ruimen.
Koninklijke functies zorgden doorgaans voor een enorme bende, waaronder hopen menselijke uitwerpselen die uit het paleis moesten worden verwijderd. Koning en hofhouding verhuisden daarom naar een nieuw paleis, terwijl hun vorige verblijf werd schoongemaakt. Hierdoor konden ook het vee en de landbouwgrond weer aansterken, omdat ze waren weggevaagd door koninklijke feesten.
Historische bronnen zeggen dat er al binnen een paar dagen na aankomst van het hof op een nieuwe locatie, een stank zou ontstaan. Dit kwam door voedsel dat op de grond werd weggegooid, dierlijke resten, slechte lichamelijke hygiëne van de bewoners en de groeiende hoeveelheden menselijk afval die werden opgeslagen in ondergrondse kamers.
Hendrik VIII gaf naar verluidt de volgende instructies aan zijn keukenpersoneel, wat suggereert dat hun hygiëne enigszins ontbrak: ze mochten niet langer na*kt of in onuitsprekelijk vuile kleding werken zoals ze eerder hadden gedaan. Ze moesten ook stoppen met slapen in de keuken.
Hij gaf bevel aan hovelingen om geen vuile vaat in de gangen te dumpen als ze klaar waren met eten. Echter werd dit bevel genegeerd. Soms trof hij zelfs borden aan in zijn bed!
Naast poepen op de vloer, gebruikten bezoekers aan het hof blijkbaar de waardevolle wandtapijten die aan de muren hingen om hun vuile handen af te vegen. Hendrik waarschuwde dat iemand die deze misdaad beging, pijnlijk gestraft zou worden.
Hendrik zelf sliep in een bed omgeven met dikke dierenvachten. Zo probeerde hij te voorkomen dat ongedierte hem 's nachts zou besluipen en hem ziektes zouden overdragen.
Britse royals staan al lang bekend om hun voorliefde voor dieren. Koning Charles II was beroemd om zijn geliefde spaniels, later bekend als Cavalier King Charles Spaniels. Hij zou elke nacht talloze door vlooien geteisterde honden in zijn slaapkamer laten slapen.
Een 17e-eeuwse historicus schreef dat dit zijn slaapkamers 'zeer aanstootgevend maakte en inderdaad het hele hof smerig en stinkend maakte'.
Echte reinheid was ondoenlijk voor elk koninklijk paleis, dus de beste optie was om de stank te maskeren. Paleizen zouden worden gevuld met geurende planten en bloemen. Hovelingen dompelden zich onder in parfums en hielden geurzakjes voor hun neus terwijl ze rondliepen.
De beroemde Russische keizerin Catharina de Grote kwam oorspronkelijk uit Duitsland. Ze verhuisde als tiener naar Rusland om met Peter III te trouwen, en was geschokt door de vuiligheid van het Russische paleis in vergelijking met haar Duitse huis (dat nog steeds smerig was, maar veel minder in vergelijking).
Ze beschreef enkele van de vreemde dingen die ze opmerkte toen ze in Rusland aankwam. 'Het is niet uitzonderlijk om een dame bedekt met juwelen en prachtig gekleed te zien vertrekken van een binnenplaats waar een immense vuilhoop ligt, in een prachtige koets, begeleidt door zes oude knollen, en met slecht verzorgde bedienden.' Het naast elkaar plaatsen van luxe en smerigheid werd nogal schokkend bevonden door de toekomstige koningin.
Het paleis van Versailles is tegenwoordig het toonbeeld van luxe en grootsheid. Miljoenen bezoekers lopen elk jaar door de zalen en verwonderen zich erover. Als ze echter tijdens het tijdperk van Marie Antoinette op bezoek kwamen, zouden ze zomaar door de geur kunnen flauwvallen.
Het Franse koninklijke hof had net zo veel moeite met hygiëne als ieder ander hof. Vrouwen trokken hun rokken omhoog om te plassen waar ze ook stonden, en de inhoud van kamerpotten werd zonder erbij na te denken uit het raam gegooid. Marie Antoinette werd zelfs ooit zelf getroffen door een bruine verrassing dat uit een raam werd gegooid terwijl ze op de binnenplaats liep.
Hoewel er latrines (gaten waarin je je behoefte kon doen) in het paleis waren geïnstalleerd, werden ze zo overmatig gebruikt en onderbemand dat ze vaak in de slaapkamers eronder lekten. Corroderende leidingen verspreidden het probleem door het hele paleis. Historicus Tony Spawforth zegt dat geen plek in het paleis veilig was en dat de poep 'zelfs in de kamers van de koninklijke kinderen kon komen.'
Deze 'hoge standaard' van reinheid kan te wijten zijn aan het feit dat Lodewijk XIV met de traditie brak door te besluiten zijn hofhouding permanent in het paleis van Versailles te huisvesten. Dit betekende dat er geen rustperiodes waren om het paleis grondig schoon te maken. Er konden soms wel 10.000 inwoners in Versailles wonen.
In West-Europa heerste destijds het medische advies om zo min mogelijk te baden. Na de vele verwoestende plagen van de Middeleeuwen geloofde men dat het reinigen van de huid de poriën openstelde voor gifstoffen en ziekten. Daarom werd aangeraden om zo min mogelijk te wassen.
Koning Hendrik VIII was een van de weinige leden van het koningshuis die ondanks medisch advies de voorkeur gaf aan vaak wassen. Marie Antoinette zou één keer per maand een bad hebben genomen, terwijl het gerucht gaat dat Lodewijk XIV slechts twee keer in zijn leven heeft gebaad.
Koning James I van Engeland zou nooit een bad hebben genomen. Historische verslagen zeggen dat de kamers, waarin hij het grootste deel van zijn tijd doorbracht, door zijn aanwezigheid besmet raakten met luizen.
Het is onmogelijk om te voorspellen hoeveel royals en edelen stierven als gevolg van de goddeloze omstandigheden waarin ze leefden. Pas in de 19e eeuw verbeterde de infrastructuur en kwam het begrip van hygiëne en ziekte eindelijk uit de middeleeuwen.
De smerige geschiedenis van koninklijke paleizen
Zo luxe was het leven aan het hof zeker niet
LIFESTYLE Geschiedenis
Als we denken aan de koninklijke dynastieën in de Europese geschiedenis, denken we aan koningen en koninginnen met absolute macht die heersen over uitgestrekte rijken, levend in oneindig veel luxe. Veel van de paleizen die ze bouwden, behoren nog steeds tot de meest indrukwekkende architectonische wonderen die er bestaan. Van het Franse paleis van Versailles tot het Londense Kensington Palace, toeristen lopen door de gangen en verwonderen zich over de schoonheid en grootsheid van deze koninklijke huizen.Deze gerestaureerde paleizen laten echter een paar belangrijke details weg. Toen ze voor het eerst werden gebouwd en koninklijke hoven herbergden, waren ze erger dan varkensstallen. Als je het paleis van Versailles bezoekt wordt je de harde realiteit van voorbije eeuwen bespaard: helse geuren, rattenplagen en stapels menselijke uitwerpselen die her en der op de vloer lagen.Klik verder en ontdek hoe het echt was om in het verleden in een koninklijk paleis te wonen.